Indicator energie niet geschikt voor berekeningen bij energie neutraal bouwen

De Nationale Milieudatabase maakt het mogelijk om de milieuimpact van een gebouw of een GWW constructie te bepalen. De onderliggende methodiek is gebaseerd op Europese normen, zoals de EN 15804 (Duurzaamheid van bouwwerken – Milieuverklaringen van producten – Basisregels voor de productgroep bouwproducten) de EN 16485 (hout PCR: Product category rules) en wordt omschreven in de SBK bepalingsmethode (versie 2014).
De milieu-impact van een gebouw wordt bepaald op basis van 11 impact categorieën. Echter ter informatie worden ook de zogenaamde indicatoren gegeven waarin hoeveelheden energie, water en afval zijn opgenomen. In de praktijk blijkt dat in het kader van energie-neutraal bouwen met de indicator energie gerekend wordt. Hiervoor is de indicator energie niet bedoeld en geeft in het kader van energie neutraal bouwen verkeerde uitkomsten.
De achtergrond voor het declareren van de indicator energie is dat LCA deskundigen graag een indruk willen hebben hoeveel energiedragers er in één systeem zitten en hoeveel energie verbruikt wordt. Beide grootheden worden echter opgeteld en dubbelen met de impactfactoren met name met uitputting abiotische brandstoffen en CO2 emissie. Wanneer de indicator  energie in berekeningen in het kader van energie-neutraal-bouwen wordt gebruikt dan krijgt het systeem ten onrechte een te hoge energiebelasting. Namelijk de potentieel aanwezige energie in een materiaal wordt meegeteld. De indicator energie mag dan ook niet worden gebruikt in energieberekeningen van gebouwen.
VLCA